Virtuele werelden een dagboek 2005
Mijn schilderijen kunnen gezien worden als een onderzoek om de werkelijkheid in het virtuele te traceren.
Concreet gaat het om een klassiek medium: het aanbrengen van verf op een drager, het vertellen in twee dimensies. Het unieke zit in de taal die ik hiertoe ontwikkelde. Vorm en kleur zijn aan geen regels gebonden en hebben een specifieke zegswijze.
De beelden zijn nooit rechtlijnig te lezen. Hun betekenis onthult zich tussen de regels, zoals een kind na een trauma in tekeningen de werkelijkheid bloot legt.
Mijn werk houdt een spoor van het leven vast, noteert bijna dagelijks belangrijke en schijnbaar onbenullige gebeurtenissen. Het vormt zo een virtuele werkelijkheid van gedachten, soms vermengd met dromen, angsten, waarnemingen uit het ‘Umfeld’. Het is voor mij een wijze om het ‘ ik ‘ en zijn relatie met de buitenwereld vast te leggen, getuigenis af te leggen van een bestaan in de 21e eeuw. Het leven is een machtige bron.
Uit een veelvoud filtert zich een residu.
Vaak hanteer ik daarbij pictogrammen, die ik tot een persoonlijk alfabet ontwikkeld heb: eenvoudig, universeel, soms cryptisch.
Enkele voorbeelden:
Het gordijn geeft het opengaan van het wereldtheater weer en hoe het het leven zich daarachter afspeelt. De mond staat voor spreken, commmunicatie, contact, of gekruist voor niet spreken, eenzaamheid, stilte. Het oor of de oren verwijzen naar het goede (vogels, de wind) of het slechte geluid (lawaaihinder ), De halve cirkel op het hoofd symboliseert het denken indien blauw. Rood daarentegen, met ‘tzak-bewegingen ‘, geeft emoties weer. Het bed of het slapen staat voor het vertrouwde, de geborgenheid. ‘ De weg’, de af te leggen weg in het leven en ‘het gaan’ is in voetafdrukken weergegeven. Gaan is leven.
De vormgeving is bewust vrij gehouden. De kleur is vaak psychologisch geladen. Dat stelt me in de mogelijkheid alle aspecten van het leven te noteren en in de gepaste beelden te laten uitvloeien, bewegen, op te vangen.
Reacties
Een reactie posten