Als de ongelijkheid blijft groeien, komt er geweld van
Historicus Guido Alfani waarschuwt de rijken om niet buiten de maatschappij te gaan staan
WILCO DEKKER EN JONATHAN WITTEMAN
Uit "De Morgen" van 24/06/2024
De superrijken zijn meer dan ooit losgezongen van de maatschappij, stelt de Italiaanse historicus Guido Alfani. Terwijl ze vroeger de helpende hand boden tijdens rampspoed, helpen ze nu vooral zichzelf. Daarmee roepen ze het onheil over zich af, waarschuwt hij.
Amazon-oprichter Jeff Bezos betaalt 42 miljoen dollar om in een Texaanse berg een klok te laten bouwen die eens per jaar tikt, eens per eeuw luidt en eens per millennium koekoekt. Google-miljardair Larry Page verzamelt dan weer privé-eilanden, met het 32 miljoen dollar kostende Cayo Norte in Puerto Rico als vijfde aanwinst in een eilandenrijk dat zich uitstrekt van de Cariben tot Fiji. En de dwergkeeshonden en chihuahua's van societyfiguur Paris Hilton resideren in een in Spaans-koloniale stijl opgetrokken hondenhok van 325.000 dollar, met twee verdiepingen, een balkon, airco en een kroonluchter.
Wie bij deze trivialia ergernis voelt opborrelen over het uitgavenpatroon van de ultrarijken, moet zich misschien iets minder druk maken, zegt de Italiaanse historicus Guido Alfani (48), schrijver van het recent verschenen As Gods Among Men, een ruim duizend jaar omspannende geschiedenis van de rijken. Want het is, op filantropie na dan, altijd nog beter dat de gefortuneerden van deze wereld hun geld verbrassen aan ruimtereizen, voetbalclubs of met diamanten ingelegde toiletbrillen, dan dat ze het oppotten om het generatie na generatie door te kunnen geven. Dit laatste is individueel gezien verstandiger, maar maatschappelijk gezien funest, schrijft Alfani.
"Door hun fortuinen zoveel mogelijk uit te geven, stimuleren superrijken de economie, idealiter op een manier die niet tot ecologische schade leidt", zegt Alfani, hoogleraar economische geschiedenis aan de Bocconi Universiteit in Milaan. "Belangrijker nog is dat de spaarzucht van de meest welgestelden op lange termijn de opmars van energiekere, maar minder kapitaalkrachtige mensen blokkeert. Het ontstaan van gelddynastieën heeft door de eeuwen heen vaak geleid tot het einde van economische bloeiperiodes."
"Aan het begin van de Gouden Eeuw bijvoorbeeld waren in de Nederlandse Republiek volop mensen die rijkdommen wisten te vergaren via de overzeese handel. Maar naarmate de zeventiende eeuw vorderde, gebeurde er iets wat Venetië eerder was overkomen: de nakomelingen van deze koopmannen traden toe tot het patriciaat en waren steeds minder bereid risico's te nemen. Terwijl hun ondernemingszin slonk, dijden hun familiefortuinen uit. Tegen het eind van de eeuw was het voor mensen buiten deze dynastieën bijna onmogelijk om nog tot politieke topposities door te dringen. Langzamerhand verloor de samenleving zijn flexibiliteit."
In hoeverre gebeurt dit momenteel in de wereld?
"Er leeft in elk geval bij sommige wetenschappers de vrees dat zich een soort mondiale aristocratie aan het vormen is van mensen die niet zozeer van blauw bloed zijn, maar als telgen van rijke ondernemers dezelfde privileges genieten als voorheen de adel. Je ziet dit bijvoorbeeld op de duurste scholen en universiteiten, waar kinderen van rijkaards van over de hele wereld elkaar tegenkomen. Je ziet het ook in westerse vermogensstatistieken, waarin geërfde rijkdom afgelopen decennia een almaar groter aandeel is gaan vormen.
"Dit proces kan ertoe leiden dat het steeds moeilijker wordt om op te klimmen tot de top van de rijkdomspiramide. In het ergste scenario komt daarmee een eind aan een tijdperk dat, dankzij de digitale revolutie, tamelijk gunstig is geweest voor innovatie. Zien we dit nu ook daadwerkelijk gebeuren? Ik durf het niet met zekerheid te zeggen. Maar het is belangrijk om de vraag te stellen, want als het antwoord 'misschien wel' luidt, is er reden tot zorg."
Het tekent de al eeuwenlang ongemakkelijke verstandhouding tussen de '1 procenters' en de rest. Superrijken staan tot de samenleving als de parel tot de oester, schrijft Alfani: ze zijn er het glimmende product van, maar staan er ook een beetje buiten.
In de westerse geschiedenis zijn ze vaak met argwaan bekeken, als "potentieel schadelijke aanwezigheid" binnen gemeenschappen, aldus Alfani. In de middeleeuwen leefde de vrees dat de 'superabundantes' zo veel macht konden vergaren dat ze in feite "als goden onder de mensen" waren. Daarom konden ze beter verbannen worden, althans uit de semi-democratische stadstaten van die tijd, "aangezien zulke steden streven naar gelijkheid voor iedereen", schreef filosoof Nicolaas van Oresme (1323-1382), raadgever van de Franse koning Karel de Wijze.
Dat de allerrijksten toch werden getolereerd, kwam volgens Alfani door de "stilzwijgende overeenkomst" dat ze, in tijden van crises, plagen en oorlogen, te hulp zouden schieten. Zo trok de Florentijnse geldmagnaat Cosimo de' Medici (1389-1464), telg uit een vermaard bankiersgeslacht, in 1434 de portemonnee open om zijn door oorlogen aan de grond geraakte stad te redden van de ondergang. Nog straffer was de reddingsactie van de Amerikaanse bankier John Pierpont Morgan (1837-1913) tijdens de Paniek van 1907. Hij sloot een stel collega-geldschieters op in zijn bibliotheek en liet ze pas weer vrij toen ze akkoord gingen om net als hij met eigen geld het financiële systeem overeind te houden.
Tegenwoordig bestaat deze "symbiotische relatie" tussen de rijken en de rest niet meer, constateert Alfani. De geldelite verzette zich afgelopen jaren juist tegen belastingverhogingen om de gevolgen van de kredietcrisis en de pandemie te verzachten. Terwijl sommigen uit die elite nota bene zelf de kredietcrisis hadden helpen veroorzaken, schrijft hij. Terwijl rijke bankiers vroeger dikwijls geruïneerd werden doordat spilzieke vorsten hun leningen niet afbetaalden, zijn het tegenwoordig juist bankiers die overheden ruïneren.
Hoe komt het dat de superrijken losgezongen zijn geraakt van de samenleving, zoals u betoogt?
"In het globaliseringstijdperk is de band tussen rijken en hun gemeenschappen verzwakt. Bovendien doen regeringen tegenwoordig geen moreel beroep meer op de rijken om te helpen in geval van nood. Vroeger gebeurde dit juist wel, bijvoorbeeld tijdens de wereldoorlogen en de depressie van de jaren dertig. Regeringen verhoogden toen de belastingen op inkomens en erfenissen. Afgelopen decennia zijn die juist almaar verder omlaag gegaan."
Moeten de rijken meer belasting betalen?
"Ik denk op zijn minst dat we de tendens sinds de jaren tachtig moeten keren die belastingstelsels allengs minder progressief heeft gemaakt. Dit is gebeurd in Italië, in de VS en in veel andere westerse landen. Daarmee wil ik geen terugkeer bepleiten naar de jaren zestig, toen het toptarief van de inkomstenbelasting 70 procent of hoger was. Maar ik denk wel dat het belangrijk is dat de sterkste schouders de zwaarste fiscale lasten dragen.
"Bovendien weerhoudt niets ons ervan om tijdens crises een appel op de rijken te doen. Waarom is tijdens corona geen enkele premier op televisie verschenen met een dringend beroep op de gefortuneerden om tijdelijk meer belasting te betalen? Ik geloof er niets van dat zo'n maatregel, mits hij billijk is, tot grote kapitaalvlucht zou hebben geleid, zoals wordt beweerd. Ten eerste omdat veel rijken zich verantwoordelijk zouden hebben gevoeld om te helpen, ten tweede omdat de verontwaardiging jegens belastingontwijkers enorm zou zijn geweest."
De rijken lijken handig te lobbyen tegen hogere belastingen. Is dat ook uw beeld?
"Er bestaat niet al te veel coördinatie onder de rijken, dus het is niet zo dat er een groot plan is om belastingen laag te houden. Het is wel zo dat de meeste rijken zo min mogelijk belasting willen betalen. Het volstaat tegenwoordig vaak al om politiek beleid in een bepaalde richting te duwen.
"Het laat zien dat de rijken anno nu veel meer kans hebben om de politiek te beïnvloeden. Een conservatief als Winston Churchill was nog een vurig voorstander van erfbelasting om te voorkomen dat er 'een klasse van luie rijken' zou ontstaan. Lange tijd was er maatschappelijke consensus dat relatief hoge belastingen nodig waren om het kapitalisme te behouden en dat financiële en politieke macht gescheiden moest blijven. Ik denk dat Berlusconi of Trump in de jaren zestig geen voet aan de grond hadden gekregen bij het electoraat. Sindsdien is onze cultuur ingrijpend veranderd."
Uw boek eindigt met een waarschuwing: als de rijken zich afkeren van de samenleving, roepen ze het onheil over zichzelf af.
"Historisch gezien zijn er vaak geweldsuitbarstingen tegen de rijken geweest in tijden waarin men vond dat zij zich onvoldoende bekommerden om de massa. Dit heeft door de eeuwen heen tot vele opstanden en oproeren geleid in Europa. Zelfs de Franse Revolutie is volgens sommigen in elk geval deels te verklaren door de groeiende kloof tussen rijk en arm.
"Gelukkig zetten sommige superrijken, zoals Bill Gates en Warren Buffett, zich om deze reden in voor een eerlijker belastingsysteem. En in een democratie is het mogelijk om relatief snel van koers te veranderen. Dus misschien staan we aan de vooravond van politieke veranderingen, al ben ik, eerlijk gezegd, niet optimistisch gestemd."
Want de keuze is: óf de rijken betalen meer belasting, óf ze kunnen hooivorken verwachten?
"Zo kun je het zeggen. Ofwel we keren terug naar een inclusievere samenleving, waarin de rijken een grotere bijdrage leveren, of we gaan voort op het pad van groeiende ongelijkheid. In het laatste geval vrees ik dat geweld helaas de waarschijnlijkste uitkomst zal zijn."
Reacties
Een reactie posten