Corona ontvlucht #03 2020

Daarop besloot ik iedere dag langs lege wegen door het stof te surfen tot aan het kleine huis, verdoken in een strook uitgespaard oud bos.  Doodsgevaar met pijl op de voordeur gaf aan om weg te blijven. Toch sloeg ik linksaf een grasbegroeide  boswegel in. De ruimte voor me was mysterieus en hel en licht filterde van links, schilderde schaduwbloemen op de vloer, maar achteraan lag een ondenkbaar gat van zwart.

Een tunnel klaarde op  naargelang je verder in het groen dook Daar wandelde ik heen , door twijgen in ‘’t gezicht gestreeld , door bramen aan mijn rok getrokken tot ik moest afbuigen naar rechts . De weg  versperd. Een witte berk lag in al zijn kronkelhoogte uitgespreid en barricadeerde de weg.

Een licht flikkerde door de dichte groei , een auto  dook op uit het verwarde , wilde bos . Hoe kon dat nu.? Toen ik de vertrouwde rustplek naderde was de brede dwarsliggende berk als rustbalk, verdwenen. Een man van rond de veertig hakte alles in stukken , raapte ze op en barrikadeerde daarmee de open ruimte. Tussen twee stammen door stapelde hij stammen berk in kruisvorm  en bevestigede alles met twijgen en takken zodat het als een wankele,  stabiele verhoeding het bos afsloot. Daarop spraken wij hem aan en vroegen naar het doel van zijn actie, waarop hij hooghartig blies dat hij zijn eigendom ontoegankelijk maakte voor indringers, ruiters en wandelaars. Wanneer is de mens begonnen de aarde op te delen , zich die toe te eigenen en anderen de weg af te sluiten naar de natuur die zo voor het grijpen ligt , wild , vrij, gratis gegroeid en geordend door haarzelf , waar iedereen vreugd van heeft zonder betaling voor toegang. Waarom afgesloten, waarom niet delen met  vreugdevolle, onschuldige wandelaars die er voorbij lopen en recht op’ zitten en zien’ hebben?

Een gekke wereld vol grijpzuchtige wezens : mensen !

We lopen verder langs het verwilderde corona escape bos. Kijken kan niemand verhinderen. De chaos en wildheid  boeien en zien wordt niet belemmerd door hebzuchtige mensen . De natuur ontvouwt zijn cyclus van opstaan en vergaan in alle kleuren en vormen. Een nooit aflatend boeiend stuk , dramatisch soms, jong en fris , waarvan ik deel uitmaak. Ons smalle pad kronkelt tussen gebroken takken, draaikolkcomposities hangend aan bomen als reusachtige spinnenwebben. Wij duiken er onderdoor , het frisse groen van het geboortebos zoomt de andere kant. Een kleine kreek die enkele dagen geleden nog tot een omweg leidde en een sprong over het water vroeg, lag er nu dor en droog bij. Wel makkelijk , zo kon je zonder gevaar de overkant bereiken.

Al dat gekronkel en gebuig, je moest je nek intrekken om erdoor te geraken,  veranderde plots in een wijdlopende doorzichtige ruimte die er veel te harmonisch en mooi uitzag om wildernis te zijn. Het eindigde met de hand van de mens aan het werk met aangelegde bossen, lanen vol rododendrons, beuken , kastanjes en vreemde coniferen als donkere gestalten in een paradijselijke kleurenpracht. Het  vreemd gesloten gigantisch  huis midden erin. . Stille getuigenis van leegte.

 De wildernis boeit  meer . De uitweg komt in ‘t zicht : de lange lege  kasseienweg ,die rechts afbuigt.

Zo  slenter  ik  aan de kant tot aan  de heidekapel , een open plek waar families met kinderen spelen, rusten  en oude mensen uitblazen, waar leven zoals het was weer even opduikt en volhardt.

Gabriëlla Cleuren 25/06/2020

Reacties