Cultureel bezoek aan Napels (Italië)
Langs de Via dei Tribunali, belangrijke straat van de stad met oude historische monumenten vanaf Piazza Dante krijg je onmiddellijk met de volkse identiteit van de stad te maken, smalle straten waar wandelaars , motoren en auto’s op een intuitieve of vanzelfsprekende wijze de ruimte delen zoals water in de rivier. De hoge gekleurde huizen zomen de enge straten af met huis voor huis winkeltjes ,gaanderiijen ,restaurantjes , bont, levendig, smoezelig en toch vrolijk. Daartussen juwelen van barokke kerken en historische gebouwen zoals de domkerk ‘Duomo’ met de kapel van San Gennaro, beschermheilige van de stad. Deze oude kerk met Griekse en Romeinse voorgeschiedenis werd in 1315 ingewijd voor Karel van Anjou en zoals ik mij meen te herinneren waren haar zilveren beelden , niet brons, een unicum, een verwijzing naar de rijkdom meegebracht door de ontdekkers ( Chr. Colombus)
Een bezoek aan de aquaducten van de Grieken, 600 vr Chr., aangelegd onder de buik van Napels, als een ingenieus systeem, verbonden door onderaardse spelonken die met kaarsen van de ene ruimte naar de andere bezocht worden met gids, laat ons een ondergrondse dimensie zien. De grote reservoirs aan bronwater zijn fascinerend. Hoe is dit verwezenlijkt zo lang voor ons tijdvak en zonder machines. Oorsponkelijk waren het tufsteengroeven, gebruikt voor huizenbouw die ook onderin een variatie van bouwsystemen verduidelijken . Een muur, resten van een oud ontdekt theater (nu gedeeltelijk woning ) dat we bezochten voerden de muurassemblage zeer visueel voor ogen.
Namiddag was het waardevolle archeologisch museum een oase aan stilte en rust met immens hoge , wiegende palmen en zwijgzame koele binnentuinen, een waar contrast met buiten. Hier kon je Romeinse keizers en vrouwen , beroemde figuren levensecht , sculpturaal ontmoeten.(Farnese collectie)en opgravingen uit de thermen van Caracalla.
De bovenverdieping bood waardevolle mosaïeken zoals de slag tussen Alexander de Grote en Darius in gobelinachtige proporties , ook kleinere met een zeer eigen Romeins idioom, donkere bijna zwarte steentjes gaven de creaties een heel eigen wat morbide karakter, minder verfijnd dan het zachte coloriet dat in Tunesië gebruikt werd (Bardomuseum) en poëtischer is. Maar dezelfde poëzie is wel terug te vinden in de verfijnde erotische fresco’s , uit huizen van Pompei en Herculanum naar hier overgebracht ter bescherming. Heel mooi , dromerig coloriet in zacht blauen en geel- roden.
Een enorme collectie camees , kleine bewerkte edelstenen, goudjuwelen en munten ,uit de farnesecollectie , was ongelooflijk impressionant maar vroeg wel een dag , alleen om aandachtig te kijken.
’s Avonds werd het Palazzo Zevallos op de via Toledo bezocht , ook een schitterend museum met een enorme collectie schilderijen uit de tijd van Rubens. Italiaanse en Vlaamse , I Fiaminghi, Hendrik de Somer ( Lokeren) , Gaspar Van Der Wittel, (Amersfoort) landschapsschilder ,kunstenaar van grote virtuositeit en enorm niveau .wiens naam tot Vanvitelli veritaliaanst werd, op vele plaatsen terug te vinden is in de stad, in de metro vol moderne mozaieken. Ook meesterlijke Italianen : zoals Recci, Genteleschi en Caravaggio waren er te zien en anderen , 20e eeuwe kunstenaars waarvan ik nog niet hoorde.Hier zie je de relaties uit de 17e eeuw tussen Antwerpen en de Italianen zichtbaar worden. De architectuur van het museum , nu een bank , verwant met het Antwerpse museum voor Schone Kunsten kwam me zeer bekend voor.
De 2e dag : donderdag 26 mei namen we de trein naar Pompeï en zagen eindelijk een vrij grote stad met een imposante forum, een grote plaats, centrum van de stad vol reuzensculpturen, koppen en vallende helden. Daarna ging het naar de stallingen van overgebleven vondsten, gebruiksvoorwerpen en afgietsels van tragische menselijke figuren een hond in vertwijfelde doodstrijd , een wagentje , meubels , vazen als berging voor wijn en olie. Daarna liepen we systematisch door de oude hobbelige straten, ovale uitvergrote kasseien met 2 verhoogstenen af en toe om bij regen de voeten droog te houden en bij vuil de straat te kunnen oversteken. Tussen de vele huizen langs die straten, lintbouw , typische eethuizen met aanrecht en ovenopeningen , niet zo verschillend van wat we vandaag hebben. En bijna overal in de huizen fresco’s of decoraties van planten en voedsel of mensen. Sommige huizen met waterkanaaltjes en altijd weer opduikende sculpturen in brons of marmer , een minitempeltje in huis en mooie tuinen met panoramisch zicht , op de Vesuvius. Echt rijkelijk voor zijn tijd. De hoge interieurs lieten houten balken als dakconstructie zien op een esthetische manier ineengezet. De meeste daken waren verdwenen natuurlijk, vergaan onder lava, ingestort. Enkele lieten overhangende daken zien. Ook mozaïekvloeren werden nog hersteld. Het ornamentale en erotiek waren het thema.
Dan een bezoek aan het hoge ronde akoestisch verantwoorde Romeins theater , van immense afmetingen dat een enorm aantal bezoekers kon opnemen. ( 5000) Ook de panoramische ligging met zicht op cipressen en Vesuvius maakte een onvergetelijke indruk . Bij de terugtocht ging het langs geordende tuinen. Of ze historisch juist waren weet ik niet. Een vermoeiende bezichtiging op hobbelwegen.
Donderdag 26 mei namiddag.
Wij gaan naar boven naar de Vomeroheuvel .Daar ligt Montesanto met het St Elmokasteel , een enorme versterkte burcht St-Elmo , 6 sterrig met geweldig zicht op Napels. Het heeft een plateau bovenop waar je als op een plat dak de omgeving, de baai en het San Marinoklooster kunt zien, evenals de eilanden in zee. Is strategisch militair bedoeld. Het doet me denken aan een Arabisch ribat.
Van daaruit zie je het gigantische San Marinokarthuizerklooster dat zo van overdaad bulkt ( hun kerk) dat hun pronk slechte smaak uitstalt. Van het goede teveel. In tegenstelling met de extreme soberheid der karthuizers.
Op 27 mei vrijdag riijden we naar caserta een gigantisch paleis , 3km lang , uit de 18 en 19e eeuw. Het was ook de verblijfplaats van de laatste Italiaanse koning Umberto , schoonbroer van onze Leopold 3.
Zeer overdadig, vloeren, plafons, ornamenten, koninklijke vertrekken. Overdonderend. De tuinen totaal onderkomen. Namiddag een bezoek aan de koninklijke loge in goud en van pamiermaché en aan een Oostenrijks aandoende tuin met een kanaal en trapsgewijze watervallen zoals in Kassel en Schönbrun in Oostenrijk. De Europese invloeden waaiden overal.
Daarna gaat het naar Capodimonte, met zijn enorme collectie topkunst , Titiaan, (Paus + portretten van Philips 2 en Karel 5), Goya’s portretten ten voete uit , gigantisch , Breughels zoals ik er nooit zag :een Europees topmuseum. Een hele dag bezoek waard. Alleen was de tijd hier afgebeten.
Zaterdag : Capri ! Zo veelbesproken. Met de boot van Mollo Bevereolla over de zee. Een aangename rustige tocht. Daarna een cirkel rond het eiland varen met uitstap in de blauwe grot, interessant maar overgecommercialiseerd. Capri is een prachtig eiland met krijtwitte rotsen, zeer kleurrijke gevarieerde begroeiing en gedroomde rotsblokken in zee als door een cycloop gesmeten, waar het schip gewaagd tussendoor vaart De kabelbaan brengt ons bij terugkeer naar het centrum boven met prachtige huizen, een doolhof van steegjes enige tuintjes op de rotsachtige kalkgrond een labyrinth waar je zo verkeerd afbuigt en niet meer uitgeraakt . Exclusieve winkeltjes voeren naar een pleintje waar we op een terrasje schitterend Italiaans ijs eten, handgemaakt dat zijn naam alle eer aandoet , met oma achter de voorraad en zonen die bedienen. Echt zoals je van Italië verwacht.
Zondag 29 mei, bezoek aan Herculanum, een heus stadje in een dal gelegen. Vergeleken met Pompei weinig versiering in de huizen, maar overal gesculpteerde waterbakken met saters, zeemeerminnen en andere figuren , witte waterspuwers. De huizen zijn er beter bewaard en gevarieerder , groter, hoger en ruimer en dakconstructies zijn half verkoold toch te zien gebleven. Zuilengalerijen en een forum vinden we er eveneens met grote sculpturen centraal. Het heeft een ander karakter als Pompeï. Ook een vrouwenhuis met atrium , op meerdere plaatsen te zien . Veel heeft voor mij iets Arabisch: water als centraal gegeven. En mozaieken als vloerbekleding.
Namiddag de beklimming van de Vesuvius . Een bus bracht ons tot onderaan de voet. De berg oogt vredig en de sintelweg valt wel mee, maar een stok als steun is een must? De krater is een kleurrijke, paars en olijfgroene, groot ingezakte kegelruimte. Af en toe komt er een wolkje uit de diepte. Hij rookt nog. Fascinerend ! Het panoramisch zicht op Napels uit die hoogte is verblindend.
‘s Avonds een spannend bezoek aan Theatro San Carlo voor de operaopvoering van Puccini : Goyescas en Suor Angelica. Het decor van het eerste is fantasierijk , geinspireerd op Goya’s vrolijke schilderijen, taferelen uit ziijn gobelins met een opspringende ledepop. Het tweede is sober, een katholiek thema maar hartverscheurend gezongen : topniveau. Alles zonder geluidsversterker daar het theater een wonderlijke akoestiek heeft, een resonerende trommelplafond , prachtig beschilderd en zo geconstrueerd dat het de klank verspreid, herhaalt , weerkaatst .Onderaan herhaalt zich dat. Het is het belangrijkste operahuis van Italië , ouder en groter dan de Scala van Milaan , volledig in rood fluweel aanvankelijk blauw met een imposante koninklijke loge vol goud en spiegels in iedere loge apart waar dit te zien is . Kwestie van vroege 18e eeuwse propaganda voor het koningshuis . Nochtans zijn veel ornamenten meesterlijk uitgevoerd in papier maché. Een ware kunst.
Zelf kon ik zeer goed de zang en opvoering volgen, mijn plaats was uitstekend tussen 2 charmante heren waarvan ik bij eentje opschoof naar de plaats van zijn vrouw die er niet was. Zodoende had ik een confortabele leuning vooraan en een klaar zicht op de scène. De woorden van de zang worden trouwens voortdurend op een scherm geprojecteerd in het Engels, zodat de dramatiek van de vertolking en zang konden mee beleefd worden . Een zeer bijzondere belevenis van topkwaliteit.
De dag daarna 30.5 een rondleiding in het theater met zijn geschiedenis en toegang tot de loges van Rossini en Donizetty, ook hun werkplaats met zicht op het orkest en podium.
Daarna een bezoek aan de enorme middeleeuwse burcht Castelnuovo hoog, met schuinoplopende muren : 1227 gebouwd door de Spanjaarden,(huis van Aragon) gedecoreerd door Giotto. Maar daar is niets meer van over , wel nog van andere meesters. Een eigenaardige witte marmeren ingangsbouw(1443) is gekneld tussen de twee torens van de kompacte burcht . In de 13e eeuw werd Napels inplaats van Palermo hoofdstad van het koninkrijk Sicilië onder Karel van Anjou .Het drama dat zich hier afspeelde in (1486) gaf naam aan de baronnenzaal (gothisch) : rebellie van Napelse baronnen tegen koning Ferdinand van Aragon die de burcht na een feestje liet afsluiten en hen liquideren.
Voorheen,’ palazzo reale’ werd het koninklijk paleis bewoond door verschillende vorsten zoals de Bourbons, dan Murat x Napoleons zuster. De nieuwe vorsten lieten telkens veranderingen doorvoeren aan het barokke paleis , een van de belangrijkste in Italië. Vooral de inkomsttrap is imposant, de enorme zalen, telkens weer in andere kleuren zijn overvol tapijten, gigantische mooie Franse gobelins, volumineus porcelein en meubels, luchters, spiegels, beschilderingen en artistieke vloerinlegwerk in allerhande stijlen.En natuurlijk schilderiijen en immens schilderwerk aan plafonds en zelfs een enig eigen theater.
Een onvergetelijke reis waaraan je nog jarenlang naslagwerk kan verrichten ter herinnering.
Reacties
Een reactie posten