De Morgen : Opium als motor van het Britse rijk van Amitav Ghosh
Opium als motor van het Britse rijk
Boeken. Indiaas schrijver Amitav Ghosh legt het narcotica-imperium van een koloniale grootmacht bloot
Niet een paar bendes of een klein groepje maffiatycoons maar het Britse rijk, het grootste en machtigste rijk van zijn tijd, bestierde een aantal eeuwen lang een immens narcotica-imperium. Veel schaamte kwam daar niet bij kijken. Integendeel, de twee grote opiumfabrieken die Brits-Indië sinds het laatste kwart van de achttiende eeuw kende, behoorden destijds tot de vaste attracties tijdens een grand tour door de kolonie.
Het bedrijf in Ghazipur trok behalve mensen ook dieren. Apen dronken opvallend graag van het afvalwater en behoorden tot de meest tevreden en rustige primaten van Hindoestan. De versufte vissen die erin rondzwommen lieten zich makkelijk vangen en trokken veel vissers.
Maar de meeste verslaafde afnemers van de in de fabrieken geproduceerde opium waren toch in China te vinden. Een op de tien Chinezen raakte verslaafd, een 'epidemie' die een eeuw later haar dieptepunt bereikte. Chinees kapitaal vloeide weg; het Chinese zilver ging naar buitenlandse handelaren. Het Britse koloniale rijk in de Oost profiteerde ondertussen van de export, maakt het non-fictieboek Rook en as. De verborgen geschiedenissen van opium van Amitav Ghosh helder. Hetzelfde thema belichtte Ghosh eerder al in fictie, in zijn Ibis-trilogie.
De Indiase auteur is de winnaar van de Erasmusprijs 2024. Die wordt jaarlijks toegekend aan een persoon of instantie die een belangrijke bijdrage heeft geleverd op het gebied van de geesteswetenschappen en de kunsten. Op 26 november wordt de prijs (onder meer een geldbedrag van 150.000 euro) in Amsterdam aan Ghosh uitgereikt.
De Indiase schrijver wordt geprezen om de manier waarop hij onder meer via zijn eerdere boek De vloek van nootmuskaat. Boodschap aan een planeet in crisis de oer-oorzaken van klimaatverandering blootlegde. Winstbejag ontzielde de aarde en maakte de planeet tot een gebruiksvoorwerp.
In Rook en as draait het opnieuw om een kapitalisme zonder morele scrupules. Dat de Britten zich op de opium stortten, had te maken met hun handel met China. Ze importeerden veel meer uit dat land, thee met name, dan dat ze er naartoe exporteerden. Het keizerrijk toonde weinig interesse voor de producten van de Europeanen.
De theestruik naar India brengen was een optie, maar de Chinezen beschermden de zaden en zaailingen heel goed. In plaats daarvan besloten de Britten het keizerrijk te overspoelen met in India vervaardigde opium. Dat bleek zo succesvol dat deze handel op den duur goed werd voor 16 tot 20 procent van de totale inkomsten van de Britten in India.
De kolonisatoren maakten zichzelf en anderen ondertussen wijs dat ze brengers van de wereldwijde vooruitgang waren. De Chinezen waren volgens die mythevorming alleen maar sta-in-de-wegs. Ze vormden een gesloten, decadent en gedegenereerd volk. De Europeanen, met in de hoofdrol de Britten, zouden alleen maar tegemoetkomen aan de vraag van die achterlijken en hun verdorven heersers. Met hun vermeende westerse wijsheid hielden ze tenminste nog een beetje toezicht op de productie en de marketing van het verdovende middel.
Iemand als de immens populaire schrijver Charles Dickens zocht de schuld volledig buiten de Britten: 'Niets anders dan de buitengewone corruptie van de Chinese autoriteiten kan de recente toename verklaren van een handel die verboden is krachtens de wet; deze toename bewijst eens te meer hoe moeilijk het is om regels van kracht te laten worden die in strijd zijn met de gewoonten en de voorkeur van het volk.' De razend populaire auteur weet de massale vraag simpelweg aan de volksaard: 'De Chinezen, ongevoelig voor al het andere, zijn nooit ongevoelig voor omkoping. Ze zijn het meest corrupte volk op aarde.'
Het door Dickens en anderen geschetste beeld stond haaks op de realiteit van die dagen. De enige delen van Azië waar opium werd gesponsord door de heersende regimes waren de Europese kolonies, India en in mindere mate ook Nederlands-Indië. Elders probeerden vorsten en regeringen het spul al vroeg te reguleren en te verbieden. Met sterk wisselend succes, dat wel.
China, dat te veel restricties oplegde aan de opiumhandel, riep daarmee twee Opiumoorlogen (1839-1842 en 1856-1860) met de Britten over zich af. Aan die conflicten besteedt Ghosh relatief weinig aandacht. Hij is er vooral op uit om het systeem van destijds bloot te leggen.
Daarbij lijkt er dan weer weinig aan zijn aandacht te ontsnappen. Behalve naar India, China, Groot-Brittannië kijkt hij ook naar de rol van Armeniërs, Perzen en Iraakse joden in de handel en naar de manier waarop vooraanstaande Amerikaanse families een deel van hun fortuinen verdienden met opium. Naar buiten toe presenteerden ze zich als toonbeelden van fatsoen, vrijgevigheid en geloof, maar achter die façade waren winsten het enige wat echt telde.
Het waren overigens niet de Britten maar de Portugezen die in hun jacht op oosterse specerijen ontdekten dat bij het geven van geschenken aan Aziatische hoogwaardigheidsbekleders opium eveneens een fijn cadeau kon zijn. Daarna waren het de Nederlanders die deze gewoonte overnamen. Ook de Oranjes verdienden kapitalen met de opiumhandel.
Ghosh slaat vele interessante zijwegen in. Een leidt naar een theorie over de oorsprong van het woord 'hipster'. Die term zou ook te maken hebben met de vele Chinese verslaafden. Die rookten hun opium liggend op één heup. Die gewoonte vond zijn weg naar de artistieke avant-garde in de VS, met schrijvers en jazzmusici voorop.
En de ontwikkeling van de klipper (een snel zeilschip met een scherpe boeg en meerdere masten, red.) is volgens Rook en as nog net niet rechtstreeks te koppelen aan opiumhandel en -transport. Maar die speelden wel degelijk een belangrijke rol daarbij, omdat die behoefte hadden aan relatief kleine, gestroomlijnde en daardoor snelle schepen.
Bij momenten heeft Ghosh de neiging om vrijwel alles te relateren aan de verborgen geschiedenissen van opium. Dat hij parallellen en verschillen ziet met de drugshandel vandaag de dag en de grootschalige verslaving aan pijnstillers in de huidige VS is niet zo gek. Maar het koppelen van de vergoelijking van opiumhandel in vroeger tijden aan de ontkenners van klimaatverandering nu doet gezocht aan.
Amitav Ghosh, Rook en as - De verborgen geschiedenissen van opium,
Atlas Contact,
416 p., 26,99 euro. Vertaling
Menno Grootveld.
Reacties
Een reactie posten