SCHEMERING Van Philippe Claudel
Een schitterend boek dat de menselijke zwakheden doorlicht, , de onbenulligheid die zich dik opblaast over zichzelf: ‘t over- en onderschatten en de ongelijkheid
Het verhaal speelt zich af langs een politieman die om gewichtig te zijn nog een helper nodig heeft, die nauwgezet, lelijk en slachtoffer van zijn kindertijd, een onderdanige rol vervult. Het is het enige bestaan dat hem gegund is en daar zijn gewichtige baas hem het werk laat opknappen lukt het leven best zoals het kan.Zijn troost zijn de dieren ( honden, zijn schoonheden )
De ijdelheid van de politieagent wordt door zijn meerdere gezien en uitgebuit door een valstrik, een uitnodiging bij de adel voor de berenjacht, een poging hem weg te lokken en intussen de misdadige feiten te creëren die moeten gebeuren. Er zit een akelige doorlichting van de maatschappij in , die de slachtoffers uitzoekt en blijkbaar zo tot rust komt. Er moet altijd een zoenoffer zijn: hier in deze maatschappij de moslims, die niet gedoogd worden en opdraaien voor een moord die blijkbaar bewust gepleegd is met dat doel, de maatschappij te splijten en er een soort eenheidsworst van te maken . = (hedendaags thema)
Het bezoek aan een soort grafkelder waar de oergeesten van het boze tot volle ontplooiing komen, mensenkoppen opgezet ( metaforen voor het kwade)ondersteunen het verhaal.
- Toch zijn er goede geesten in het geheel: het meisje Lemia en de onderschikte politiehelper. Zij willen niets en ontsnappen daardoor aan de verwrongenheid. Zij zijn zichzelf en zuiver.
De taal van Claudel is meesterlijk, ongewoon , van een hoge literaire waarde, evenals zijn zien en zijn vergelijkingen ( scherp getekend, vooral als het om de clerus gaat en de uitbuiting.
Zo onbeholpen als een os of trekpaard.
Zo wilde de verbijsterende uitdossing meer bij een rondreizend circus passen, uiteindelijk kon je overal aan wennen.
Komisch die grote herkauwer
Nouria was een gekrenkt knaagdier maar had overwicht.
Hij dacht aan de dood en de hypothetische eeuwigheid die erop volgde. De kinderen leken weggelopen uit een verontrustend sprookje , waarin dieren de rol van mensen spelen.Een trillend silhouwet van gekartelde randen op de grond die aan de gekartelde randen , aan een landkaart van een onbemind continent deed denken.
Hij herkende de snoet van een storm die uit het hart van het land kwam. De storm leek op een wild dier dat in de val zat en rondjes liep langs de tralies en op zijn eigen staart joeg. Een plaatsvervanger die dikke , zachtpaarse oogleden van vermoeidheid had.
Het verzilt reservoir had 2 vrekkige bronnen die opborrelden uit het rotsige plateau waar ’t stadje zich al ruim 1000 jaar aan vastklampte. Pg 47 : lezen de notaris met het lichaam van een hazelworm en het gezicht van een sprinkhaan , waarvan je schrok.De kleren van de burgemeester kraakten en pasten bij hem als een toga bij een ezeltje.Mooi beeld van de dood op een paard door het ritme van ’t geschommel. De woorden die eruit kwamen ( vd. Ingepakte Imam, zijn woorden leken afkomstig uit een warrig struikgewas.Buiten belandde hij direct in een werveling van krankzinnige sneeuwvlokken die hem al snel uitwiste. De bisschop en degenen die errond stonden reduceerden tot het formaat van een huismijt. Hij snoof met kropachtig geluid aan zijn mok. Baraj een geest die zwaaide in een te ruim bemeten envelop, vrij van de waarzin en kwellingen van de intelligentia.
De kerk wist precies hoe je goudpoeder maakte om in de ogen te strooien van iedereen die ze open hield. Een hertje met witte vlekken zo zacht als een balsem. Bij de begrafenis de donkerste laagste tonen van de kerkklokken, luguber, dof , macaber, een oud gebruik in onbruik geraakt. De dood van God : tol van het christelijke westen.God een antiek werktuig p 90 Een gebouw dat grijs was en zwaar als een nachtmerrie doodt door betovering vd duizend lichtjes honigsblond. Ontelbare kaarsen verlichtten de gezichten en beeldhouwde ze in goud en zwart. De bisschop had iets van een hazelmuis. De stem vd vicaris was zo scherp als de scherf van een spiegelgles. Hij liet zijn hoofd vallen alsof er plots een te zware gedachte in zat waar hij doodmoe van werd. Een conversatie die zo armoedig was als een opgedroogde bron. De mensenvloed die als pap door de straten stroomde.
Bij de verkoop voor de berenjacht de beschrijving vd lepe winkelier. En de koper die zich gevleid voelt en erin trapt.
De honden waren nooit mensen , daarom iets beters : dieren!
Reacties
Een reactie posten