Wandeling in een opalen tuin
De horizon vervluchtigt in het lichtste blauw de je tekenen kan , vervolgens komt de heldere stroom met witte schitterstrepen en vooraan wordt het slik een donkerpaarse massa die zich herhaalt in de voorgrond. Ik schilder. Het natte zand is bruin en zwaar en zal weldra licht opkleuren. De wadden baden allen in heldere waterslierten als kleine eilanden en in duinachtige grassen welven ze als onbehouwen modderstroken omhoog
Zodra de lente het frisse groen uitstoot krijg je een totaal ander palet. De winterdonkerte zit er nog in. Ik wandel met oor en oog en geen wanklank vertroebelt mijn gemoed. Alles straalt rust en geluid en verte uit. Als op luchtlagen dein je langs de waterboord en verzinkt in eindeloze horizontaliteit.
De afzoming van dikke groenbeslagen stenen helt naar beneden het water in. Zo wordt de waterslag gecounterd bij storm en onrust of hoogwater. De natuur is hier tastbaar na en je wordt er deel van.
Op de waterweg bonkt vloeiend een schip voorbij . Het glijdt moeiteloos over de waterstrip die nu erg smal , gereduceerd tussen 2 boeien vloeit. De zeeschepen kruisen elkaar : rood en zwart wit, gerond en hoog op de voet, een autoschip en een tanker .Als hoekige insekten lichten ze rood op in het horizontale blauw , kruisen elkaar met eigen architectuur en verdwijnen langzaam richting haven, of komen van daar .Een enkele vlag verraadt de nationaliteit in grote letters op hun romp , het land waaruit ze komen of de reder eigenaar voor wie ze varen. Zelfs de kleur van hun gestapelde containers ; rood , geel of blauw paars krijgen een eigen gezicht. Hun vaargeul ziet er eng en gevaarlijk uit. Maar loodsen begeleiden waarschijnlijk hun tocht.
Zo vult de zondagswandeling zich met eigenaardigheden van verte en lucht en water waar anders alles in het groen verzinkt.
Reacties
Een reactie posten