Kamer in Oostende van Koen Peters

 .

Een typisch Belgisch boek met :  ‘graven’ in de Oostendse idenditeit die heel wat beroemdheden, schrijvers en schilders,  aantrok  door de tijd heen en een licht werpt op Spilliaert en Ensor beroemde  Oostendse schilders en hoe hun werk zonder die stad niet tot stand kon komen, daar hun beelden wortelen in het weefsel ,  de nachten en de oude geschiedenis  van de stad.

Spilliaert was eb bourgois die ’s nachts op pad ging . Hij leed aan slapeloosheid en was maaglijder wat zijn rust onmogelijk maakte. Zijn werk hult zich in die nachtelijke atmosfeer, zijn vrouwfiguren zijn akelig , ijl met duistere lege blik en met het vermoeden dat hij aan een stille krankzinnigheid leed.

 Hij werkte niet orthodox, maar gebruikte inkten voor zijn tekeningen  die hij daarna met  kleurpoeder , pastel of pigmenten inwreef.

Ensors obsessie voor  skeletten is niet vrij gevonden, maar ze wortelt in opgravingen uit  het Oostende van 1601-1604, begraven bij het beleg van de stad in de 17e eeuw  met 150.000 doden .

 Hij moet dat gezien hebben.( Zeker was er ook invloed van Goya. )

 Daaruit  komt  één frappant verschijnsel naar voren,  treedt in hun werk op de voorgrond en bestemt het : het bijzonder heldere licht van Oostende dat alles in  een andere klaarheid hult, ( jodiumklaarte )   zicht op de dingen werpt:  zowel voorwerpen als geschiedenis.

De stad heeft een verlokkende  charme, bewerktstelligt een soort verslaving aan  het levende element ‘zee’ een pulserend orgaan met fijn coloriet en bonkende geluiden en een ritme dat  ook ’s nachts aanwezig  is .  Overdag  is er de hectiek van  heen en weerlopende mensen en kleine geschiedenissen door de tijden heen , hoofdzakelijk rond  de 2e wereldoorlog en  daarna. De vele kleine winkeltjes bevredigen  het koopgedrag van onze consumptiemaatschappij en geven zo een tijdsbeeld

Het verhaal , meer een onderzoek wordt gecomponeerd  rond  de vriendschap van een schrijver en een schilder K. Broucke : ook musicus, historicus,  verzamelaar , erudiet en van vele dingen ook practische  op de hoogte met een fenomenaal geheugen en commerciële capaciteiten .

Zij bladeren door de stad alsof zij zichzelf in stapeltjes had klaargelegd. Zij onderzoeken ter plekke en breien de vele geschiedenissen aan elkaar tot een verhaal. Historici kunnen verbanden leggen.

Vele beroemdheden schoven in de geschiedenis van Oostende voorbij : zoals Joseph Roth en Irmgard Keun in Hotel de la Couronne , Stefan Zweig, Blavatsky met haar theosofie die Ensor beïnvloedde, met engelen,  spiritfiguren en maskers,  hij kocht haar inkten.

Verder waren er Victor Hugo, Friedrich Engels, James Joyce ( le portier de l’ocean)Proust.

Voor de 2e wereldoorlog was het een mondaine, goedkopere stad met vele Witrussen die alles verspeelden in de casino’s , werd ook Petit Paris genoemd : de essentie van Oostende.

 Alle ontmoetingen laten sporen na. Er waren toevallige ontmoetingen van mannen en voorbijgaande vrouwen, het model in het atelier , een dienstertje dat op Ensors figuren lijkt. De stad vervelt, vernieuwt, past zich aan aan de tijd. Oude hotels blijven bestaan.

Gebouwen worden afgebroken, verdwijnen en andere verschijnen: de stad vervelt en vernieuwt zich.

Vele herinneringen worden opgeschreven tussen koffie en chocolaadjes. De bewoners vertellen hun menselijke verhalen , drama’s

 Peuteren in het stadsweefsel leidt naar Leopold II , zijn monument:  controversieel en veelbetekend met afgehakte hand.

Congo zijn eigendom : hoe versta je dat : financieel, geestelijk, mentaal of verbonden met ?

Na veel vertellen is er een spiritueel beeld, het licht valt op de feiten, de Oostendse obsessies, je komt aan het collectief geheugen van de stad. Ook Paul Snoek verbleef er

In hotel Londres woonde Claus na zijn moeilijke relatie met zijn vader , had een relatie met Elly Overzier een Nederlandse  die zat te blinken als hij zijn gedichten las.

Ook Paul Snoek leefde er met alcohol en was narcistisch zoals we hier vernemen

De vissers dansten in een kring, omringd door vrouwen.

De moeilijke relatie van de stad met de futuristische architect Eysselinck die er een eind aan maakte wegens onbegrip , wordt opgediept.

Ook al zijn de huizen uitgekleed , het verleden is nog opgehangen,  is vastgehouden aan gefluister en menselijk lawaai .

Ook Permeke woonde een tijd tussen de vissers , negerdorp genaamd,  deed zijn hazeslaapje in de zon en lag op het gras. Vriendschap is belangrijk . Guinevère de dochter van de concierges van zijn huis en nu  museum haalt herinneringen aan hem op. Hij was een robuuste man met een dikke kop en een sigaret in zijn mond.

 Hij verkocht zijn werk goed, vooral zijn marines; Zijn Niole was Marie -Louise uit de chanson van J. Brel , zijn model. Waarom schilderde hij ? Zijn verloren jeugd terughalen?

Op zijn 50e begon hij te beeldhouwen.

Dan komt de schrijver Deribreux in het licht , die de zee als metafoor zag : nukkig , onvatvaar, wisperturig, ongrijpbaar aanwezig. Zijn oude huis wordt geopend door zijn 2  zonen, hij baatte het uit als hotel met 34 kamer waarvan hij een excel lijkend plan maakte indertijd , wroeten in de tijd.

Het einde van de tijd is de tijd van het einde. Het archief van Oostende sluit zich.


De schrijver en schilder hebben Oostende  32x bezocht even lang als Zweig en J. Roth. Dan vertrekt Broucke naar Wallonië , de vriendschap blijft : telefonisch.

Het laatste deel vervalt vgs mij teveel in banaliteiten.

Bezoek aan Ann Panier werpt licht op hoop op een echt werkje. Tevergeefs.


Goede uitdrukkingen : mooie taal .

De kraan smult de binnenkant van het gebouw op , grijpt het kruis van de houten ramen en spuwt een zware straal beton .

De zee bezoeken en de onbekende die altijd terug wil en niet weet waarom?

De storm heeft slechts wat zand weggehapt.

 Ik hoor een meeuw blaffen als een hond.

 Er zijn geen vissersboten meer , de kamers kraken als spoken’s nachts .

De nacht is een zwart oog.

Cinema Rialto is gevat in een geel staketsel als een harnas van een rugpatient.

De speciale belle-epoquehuizen met aangepast outfit, rozen , servies en bloemetjesgordijnen.

De meeuw trok zijin telescopische pootjes uit zijn statief.

 De zee : zilver als een oude spiegel.

Broucke breekt zijn hiel en de rolstoel staat als een 3e persoon mee aan zijn bed.

Oostende is een nostalgische waarheid, naar een gestalte die etherisch is  en toch bijna tastbaar .

Typisch Oostends zijn verloren gelegde voorwerpen ( vorken in een afwasbak.)

Op de golven van het licht als dansende spiegeltjes,  de maan.

De wolken als formaties die paraderen boven de zee, zo lijkt het de Italiaanse Riviera .

De branding waar het zand aan onze voeten zuigt .

 De decemberwinden  jagen als gevaalijke honden door Oostende.

Er oud worden aan de rand van het bos met kinderljke verwarring in het hoofd.



Reacties