GELIQUIDEERDE NATUUR. Een wandeling.


Langs het water 2022                                       

De zondag is voor mij als van oudsher een rustdag, die ik invul met een uitzonderlijke wandeling. Dan zoek ik de boorden van de Schelde op met laag wild water , stromend naar Antwerpen ofwel hoog kolkend water tot tegen de boorden van de dijken drap en stenen aanspoelend , het hoge gouden gras verankerend in slik met een opgeschrikte vogel of eend die kwakend het riet beroert en voor het water kiest. Een wilde omgeving met wilgen die het water opslorpen langs hun ruwe voeten en knoestige gewassen uitspreiden met stevigheid verankerd in de slikkige bodem, het water afzomend aan de rand van de dijk. De wilde groeisel langs de kant werken vertrouwd, herkenbaar als goede buren die je altijd weer ontmoet en groet. In’t voorjaar zijn ze gesnoeid en blikken met hun houtige koppen als hoofden boven het lage gras. Hun gele gezichten markeren, flitsen op tussen het platgespoelde gras. Het is er altijd wat koud en winderig en in de verte achter het groen wenkt de stad. Zoniet vandaag!

Het introductiebos een wildernis die je nog nauwelijks vindt, maar die je voor de wind beschut , die harmonisch wild werkt, is verdwenen? Het hele disonante bos ligt plat, de stammen gestapeld als afval op de kale grond, gerijt in horizontale stroken . Gure winden jagen over de platgehakte ruimte van over het water. Het werkt guur en bikkelkoud. Ieder gevoel van begroeiing is verdwenen. Het is woestijn, woesternij, kale onbeschutte vlakte. Waar is mijn vertrouwde bos, zijn mijn scheve boomstammen ? Alles omgehakt in razende snelheid om protest nog te verhinderen en alles wat voor de mens gevoel en waardevol is verhakt. Ik dacht dat bomen moesten om de klimaatveranderingen en Co 2 uitstoot te verhinderen? Niets daarvan, een enig stuk wildheid gewoon geliquideerd in ijltempo , niet op te houden of af te blokken.

Ik zet mijn wandeling voort en zie het woeste water in kronkels achter het hoge blonde riet afvloeien. De kaalslag trekt zich door en blaast de guurheid rond mijn hoofd. Hoe triestig deze kale kille vlakte zonder afwisseling de elementen uitgezet, het gevoel weggespoeld evenals de heerlijke bescherming achter struik en boom en groeisel. Ik vervolg mijn weg en moet tot mijn verbijstering vaststellen dat zoveel vertrouwds en warms verdween en niets zijn plaats innam. Een kale blik zonder verrassingen en schuiloorden!

Onderaan de weg draai ik naar rechts en loop het 2e deel van de wandeling . De moerassige bossen liggen schuin, vele bomen ontworteld en zilveren stammen hangen tussen andere bomen verward in diagonalen en versplinterde horizontalen. Een verwoestende aanblik. Het wilde overheerst in deze moerassige contreien. De scheve bomen uit de rij die de weg afzoomden zijn afgezaagd, een stomp steekt als en verwaarloosde sculptuur aan de waterkant, een brede sloot, een gele waterweg. Dan nader ik de plantage van laagstamappelen. Ook hier ravage , bewust veroorzaakt: jonge halfvolgroeide beuken en eiken en acazia’s afgesneden , de stompen in de lucht als klachten over zoveel vernieling, hun kruinen gekipt op de plantage. Waarom toch zoveel ravage? Welke stad heeft dat ter hand genomen in tijden dat bomen de mens voor onheil van giftige luchten behoedt . Welke gemeente heeft daarvoor de toelating verleend? Is de taal van bomen planten hier nooit gehoord?

Het verdriet me zeer. De ongewone wandeling in buitenland, vreemd wild land is verdwenen, de charme afgezaagd het groen met wilde landschapstekening verdwenen enkel nog trieste herinnering. De leegte is overrompelend , kaalslag van het innerlijke en de band met de natuur weggeveegd . De kilte en leegte en koudheid deed zijn intrede. Voor mij hoeft deze wandeling niet meer. Ook de laatste berm naar boven verloor zijn hoge bomen , gemaaid tot niets in het veld gevallen, enkel nog hout , geen bomen meer. Es war einmal! Wat een verlies en leegte.

Reacties